chevron_left

Het na de Slag bij Waterloo opgerichte Verenigd Koninkrijk der Nederlanden is een diplomatieke constructie die boven de hoofden van de burgers wordt opgezet. Willem I van Oranje wil zijn koninkrijk laten uitgroeien tot een sterke eenheid, een Europese staat van belang. Hij verslikt zich echter in de verschillen in mentaliteit, cultuur en religieuze identiteit tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van zijn koninkrijk. In de Zuidelijke Nederlanden klinkt het gemor tegen de door de koning opgelegde maatregelen steeds luider. De vooropgestelde ‘eenheid’ tussen noord en zuid is verder weg dan ooit en in Brussel wordt openlijk om  revolutie geroepen. Op woensdag 25 augustus 1830 wordt in de Brusselse Muntschouwburg, ter gelegenheid van de verjaardag van Koning Willem I, de opera La muette de Portici gespeeld. Een stuk over een opstand tegen de Napolitaanse koninklijke garde. Bij de aria ‘Amour sacré de la patrie’ breekt de hel los. Een groep boze burgers trekt richting het huis van de Nederlandse minister van Justitie en steekt het in brand. Daarna gaat het verder naar het stadhuis waar de Nederlandse vlag vervangen wordt door de Brabantse vlag. De ‘Belgische’ opstand is begonnen. 


Dat is het verhaal dat je op school leert in de les geschiedenis. Maar is dit het volledige verhaal? Was hiermee de kous af? Wie zijn die opstandelingen die zich kunnen veroorloven om naar de opera te gaan? Wat dreef hen tot de revolutie? En hoe zagen ze hun land, hun leven na de revolutie? 


Bert Kruismans beantwoordt die vragen op deze daguitstap en neemt je mee naar het begin van België.


ZOEK EEN REIS