De Franse Revolutie luidde het einde in van vele prestigieuze abdijen. Al zijn ze duizend jaar oud, de ruïnes van de abdij van Aulne blijven een betoverende plek die je moet gezien hebben. Een proeverij van terraswijn ‘Le Clos de Zouaves’ en andere fruitlikeurs, een verkenning van de Karolingische kerk in Lobbes én een stadswandeling door Thuin vormen een reeks van mooie parels op deze cultuurreis.
Thuin heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd, zo getuigen opgravingen. In de 9de eeuw wordt Thuin onder de naam Tudinium Castellum vermeld. De nederzetting was eigendom van de benedictijnerabdij Sint-Pieters van Lobbes, een van de meest illustere abdijen van het Prinsbisdom Luik. Bij gevaar konden de monniken van de abdij van Lobbes zich verschansen in de versterkte bovenstad van Thuin. De Abdij van Lobbes, gesticht door Landelin in 650, werd een centrum van religieus onderwijs en monastiek leven in het westen. De abdij kon de vergelijking met Franse abdijen als Cluny goed doorstaan en beschikte over een aantal afhankelijke priorijen en kapittels. In de middeleeuwen produceerde het scriptorium van Lobbes veel geschriften. Bijna duizend jaar lang verspreidde Lobbes zo het christelijk geloof, met de nodige ups and downs. Tegen het einde van de 16de eeuw leek de abdij opnieuw op weg naar een mooie toekomst, maar daar stak de Franse Revolutie enkele eeuwen later een stokje voor. Vandaag blijft er niet veel over van de abdijsite. De collegiale Sint-Ursmaruskerk, de voormalige grafkapel van de abdij, doet nu dienst als parochiekerk.
De rotsheuvel van Thuin vormde dus eeuwenlang een veilig toevluchtsoord voor monniken uit Lobbes, maar haar welvaart heeft het stadje te danken aan de rivier beneden. Historisch gezien is Thuin een stad van schippers die - ook in de 17de eeuw reeds - hun goederen vervoerden over de Samber. Net als Lobbes beleefde ook Thuin zijn hoogtijdagen tijdens de middeleeuwen, met de belforttoren als imposante getuige van die rijke geschiedenis. Ook het ontstaan van de beroemde ‘hangende tuinen van Thuin’ gaat terug tot de middeleeuwen. Om de stad te versterken werden terrassen aangelegd op de hellingen, waarna de op het zuiden gerichte terrassen door de inwoners omgetoverd werden tot moestuinen. Vandaag zijn er ongeveer 200 terrastuinen, stuk voor stuk omringd met zandstenen muren. De muren reflecteren de warmte van de zon en zorgen voor een microklimaat dat gunstig is voor wijnbouw.