BRIGITTE RASKIN: “Die dekselse taalgrens? Voorwaar een mooie reisroute! We slingeren Vlaams-Waals op en af, wandelen in Voeren, tafelen aan het meer van Genval en gaan op middeleeuws hospitaalbezoek. Tegelijk doorkruisen we de Belgische geschiedenis en ontmoeten we in Tongeren o.a. Gallo-Romeinen en in Henegouwen de graaf van Vlaanderen. En onderweg vragen we ons af waarom ons land sinds 1830 verdeeld raakte.”
Het is aan de Belgische taalgrens niet te zien dat ze zich als een splijtzwam door het land boorde. Ze oogt rustig en vredig. Haar parcours is enkele honderden kilometers lang en slingert van het West-Vlaamse Heuvelland naar het Waalse Clermont, dat tot Les Plus Beaux Villages de Wallonie behoort. België is aan weerszijden van die Germaans-Romaanse taalgrens ontstaan zonder dat zij een hindernis vormde. Maar in de loop der eeuwen stapelde zich in het land wél een hinderlijke taalbarrière op tussen de hogere klassen die Frans spraken, en de lagere klassen die Frans-onkundig waren. Bij de afbraak van die barrière kwamen Vlamingen en Walen tegenover elkaar te staan, niet als elkaars vijanden, maar toch dikwijls als elkaars tegenstanders. Want al woedde er nooit een echte taaloorlog in België, er heerste ook nooit een echte taalvrede. Toch is de Belgische tweedeling een leerrijk geschiedenisverhaal. Een verhaal dat zoals alle grote verhalen begint ten tijde van de Romeinen.