chevron_left

Gidsen als passie

Edward De Maesschalck, reisleider

Al op vroege leeftijd was ik dol op vertellingen en vertelsels. Bij de scouts, bij ‘de wolfkes’, werden wij na de middag verplicht om een uur te rusten. Wij lagen op bed en de akela las voor uit de Rode Ridder. Niet uit het stripverhaal, maar uit de boeken van Leopold Vermeiren. Vertellen, dat vond ik iets magisch hebben. Ik smachtte telkens naar de volgende middag om verder te luisteren naar het verhaal.

Reisleiden en gidsen

Vertellen is een passie. Er komt veel bij kijken. Intonatie, stiltes laten vallen, het timbre van je stem ...  Mensen moeten graag naar je luisteren. Het is een waar genoegen dat je kan en mag vertellen. 

Gidsen is ook een vorm van vertellen. Vertellen met kennis van zaken. Ik begeleid en leid reizen bij verschillende organisaties. Het komt erop aan, wat afhankelijk is van het thema of de bestemming, om het juiste evenwicht te vinden in de afwisseling tussen natuur, cultuur en gastronomie. De afwisseling maakt het interessant. Je moet je ‘happy’ voelen tijdens de reis. 

Vertellen is een passie. Er komt veel bij kijken. Intonatie, stiltes laten vallen, het timbre van je stem ...  Mensen moeten graag naar je luisteren. Het is een waar genoegen dat je kan en mag vertellen. 

Bij Davidsfonds Cultuurreizen combineer je de taak van reisleider en gids. Dat is niet altijd eenvoudig maar je groeit in die rol. Alleenstaande reizigers die voor de eerste keer meegaan en nooit alleen hebben gereisd, vergeten weleens om hun wekker te zetten. Na de eerste dag ben je daarvan op de hoogte en de tweede dag maak je haar/hem zelf op tijd wakker.

Sommige reizigers, vaak diegenen die voor de eerste keer een groepsreis maken, vinden de eerste dagen hun draai niet of ze komen met stress op de vertrekplaats aan. Je probeert die reizigers, met steun van andere reizigers, op hun gemak te stellen.


Vragen staat vrij

Mijn uiteenzettingen zijn vaak ex cathedra wat niet wil zeggen dat er geen ruimte is voor vragen. Een jongere vrouw, ik schat haar 40, bleef tijdens een bepaalde reis gekke vragen stellen.

Wij waren in een kasteel en zij vroeg: ‘waar is het toilet?’.

Zij bedoelde: ‘waar was vroeger het toilet?’.

‘Wel, vroeger was dat in de torens en boven de slotgracht, de heer des huizes had een soort gemak, een soort wc avant la lettre.’

‘Veegde hij z’n gat zelf af of werd dat gedaan door anderen?’

Stilte!

Iedereen keek verbaasd.

‘Waarom vraag jij dat?’

Toen kwam het uit. De dame was op prospectie om een boek te schrijven voor kinderen over kastelen. Vanaf dat ogenblik begreep onze groep en ikzelf haar rare vragen.

‘Stel je vragen maar, wat wil je weten?‘

Niet dat ik altijd het antwoord wist.

Haar vragen kleurden die reis op een grappige, verfrissende wijze mee in. Dat is, bij wijze van spreken, zo voor elke vraag van een reiziger die je als gids krijgt voorgeschoteld. 

Gidsen is een interactief, dynamisch proces. 

Nieuwe reis, betere reis

Jezelf tot in elk detail voorbereiden is één van de sleutels tot succesvol gidsen, zoals de wil om elke reis beter te maken. Je leert een stad of een regio als het ware ‘voelen’.

Ik kreeg de kans om de stad Valencia te gidsen. Ik was er nog nooit geweest en had noch de tijd, noch het geld om er naartoe te gaan. Een uitzondering, want ik sta erop om de steden of de regio’s die ik gids vooraf te bezoeken en grondig te verkennen. Ik pluisde cultuurgidsen over Valencia uit. In Valencia is paella als maaltijd troef, maar ik las over een lokaal restaurant waar kleine varkentjes aan het spit werden opgediend.

‘Dat willen we doen!’

Na 3 dagen Valencia wilde mijn groep weleens vlees eten. Het werd een geslaagde avond met een meesterslager, lid van een traditionele gilde, die een speenvarken flambeerde. Het varkentje stond in vuur en vlam, en wat later verdeelde hij het in 5 slagen op een bord voor ons allen. Het was voor vele reizigers een memorabele avond.

Verwondering & bewondering

Verwondering is een belangrijke waarde in het gidsen. Verwondering, daar zit ook een beetje het begrip ‘bewondering’ in. 

Verwondering, ‘wauw, ik ben echt verwonderd’ en tegelijk komt de bewondering naar boven. Een gebouw, een glasraam, een tapijt, ‘hoe konden en hoe deden die mannen dat, zo lang geleden?’. Met de toenmalige middelen zoiets prachtig, zoiets duurzaam  maken ...

Soms denk je bij sommige kunstwerken: ‘dit is zo fantastisch, dat kunnen wij nu niet meer, wij zouden het gewoon niet meer kunnen namaken’. De handenarbeid, het artistiek kunnen van die mensen in het verleden, dat halen wij niet meer. Wij zijn bezig met andere dingen, wij zijn uiteraard technisch beter onderlegd. Maar zoals zij gebouwen konden neerzetten met de middelen van toen, ‘kunst maken en kunst kappen’, ik heb een grote bewondering voor dat verleden.

Zo vader, zo zoon


Vandaag gids ik graag met mijn zoon Dimi. Ik ben van opleiding historicus, hij kunsthistoricus. De reis naar de musea in Noord-Frankrijk hebben wij nu al 3 keer gedaan. Wij overleggen vaak, proberen veranderingen uit om bijvoorbeeld de files in Rijsel te vermijden. Als de aanpassingen meevallen, worden die de volgende keer in het reisschema opgenomen. Daar zit dus een dynamiek in.

Dimi wil soms nog te veel. Dan zeg ik: ‘één schilderij bespreken per zaal, je mag zelf kiezen’. En omgekeerd leer ik van hem. 

Dat is toch een beetje een droom die is uitgekomen. Samen met mijn zoon mogen en kunnen gidsen.

Gesprek op 6 november 2017, Davidsfonds Leuven

Copyright foto's: Jimmy Kets

 

ZOEK EEN REIS